Interview van Barbara Pauchet
Wie bent U ?
Barbara Pauchet, Klinisch psychologe en Psychotherapeute, opgeleid in Systemische en Strategische Therapie, Conversationele Hypnose, Geweldloze Communicatie en Burgerlijke, Commerciële en Sociale Bemiddeling. Ik ben ook coördinatrice Verslavingszorg op het OPGG en opleidingsassistente Geweldloze Communicatie.
Ik ben in oktober 2019 toegetreden tot het project “Eerstelijnspsycholoog” via het Netwerk Geestelijke Gezondheidszorg voor Volwassenen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest dat gecoördineerd wordt door Youri Caels en Christophe Herman.
Wat zijn de positieve en negatieve punten van de nieuwe inwerking-treding van de terugbetaling van eerstelijns-psychologen?
Uitwerken:
Wat betreft de toegang…
Inspelend op de wens van de Functie 1 van de Hervorming van de Geestelijke Gezondheidszorg, zijnde “Activiteiten inzake preventie en promotie van de geestelijke gezondheidszorg, vroegdetectie, screening en diagnosestelling”, is het project “Eerstelijnspsycholoog” een aanbod van kortdurende psychologische begeleiding.
De toegang voor patiënten tot dit aanbod is echter beperkt. Ze dienen enerzijds te beschikken over een Rijksregisternummer en een domicilie, en anderzijds heeft het project enkel betrekking op gematigde angst- en depressieve stoornissen en milde alcoholproblemen. Bovendien moeten deze diagnoses gesteld worden door een huisarts of psychiater.
Dit project heeft een tweeledig doel: ontlasten van de Centra Geestelijke Gezondheidszorg en de netwerkvorming verbeteren, met name het versterken van de samenwerking met de huisartsen.
Dit nieuwe zorgaanbod zou dus een bredere toegang tot de geestelijke gezondheidszorg mogelijk moeten maken, door zich in eerste instantie te richten op mensen die a priori niet over de middelen beschikken om een psycholoog in een privépraktijk te raadplegen.
Dit nieuwe aanbod verdient een betere bekendmaking. Zo lijkt het mij noodzakelijk om in de komende maanden duidelijker te communiceren over de toegangsvoorwaarden.
Sinds midden april 2020 wordt het project uitgebreid naar de doelgroepen van jongeren (0-18 jaar) en ouderen (65+) in antwoord op de nieuwe gezondheids- en sociale situatie door COVID-19.
Sinds maart 2020, zet ik mijn consultaties telefonisch verder en dit met behulp van teleconferentie-instrumenten, met de kleine problemen die dit kan meebrengen. Niet iedereen voelt zich bijvoorbeeld op zijn gemak bij het idee om zijn/haar psychotherapeut niet persoonlijk te zien. Of om een nieuwe band op te bouwen en vertrouwen te hebben in het proces en de persoon van de psychotherapeut in een nieuwe context, met een hele reeks niet-verbale signalen die via de telefoon op een andere manier duidelijk worden.
De toegang tot zorg is een ook vraag betreffende de representatie van de geestelijke gezondheidszorg. Het feit dat deze zorg dient voorgeschreven te worden door een huisarts, die vaak de persoon en zijn/haar familie reeds goed kent, kan een faciliterende factor zijn voor de toegang tot psychologische zorg.
Het lijkt me bovendien belangrijk om te benadrukken dat de toegang tot de geestelijke gezondheidszorg uiteraard essentieel is. Hoewel het één van de basisrechten is, biedt het geen oplossing voor het probleem van zorgcontinuïteit. Het toont het belang aan (voor zij die nog twijfelden?) van samen te werken in netwerken, of het nu gaat om diensten geestelijke gezondheidszorg, huisartsen, de bredere residentiële sector of de gemeenschap.
We kunnen uiteraard voortgang boeken met 4 sessies die één keer verlengd kunnen worden, maar dit maakt het noodzakelijk om duidelijk te zijn over het kader en vooral door de patiënten die na deze 8 sessies nog een langere begeleiding nodig zou hebben, niet in de steek te laten.
Mijns inziens is het daarom belangrijk dat dit aanbod op de juiste plaats en op het goede moment wordt voorgesteld en dit in overeenstemming met de verwachtingen van de persoon.
Vanuit het oogpunt van de erkenning van het beroep
De wet van 4 april 2014 betreffende de regeling van de geestelijke gezondheidszorgberoepen, ging op 1 september 2016 in voege. Deze wet introduceert een aantal wijzigingen en aanvullingen op de gecoördineerde wet van 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van de gezondheidzorgberoepen en het beoefenen van klinische psychologie en psychotherapie, alsook de erkenning van de klinische psychologie als beroepscategorie binnen de gezondheidszorg.
Wat het project “Eerstelijnspsycholoog” betreft, is het noodzakelijk om de wettelijke criteria te respecteren: beschikken over een nummer bij het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering en het ondertekenen van een overeenkomst tussen het Netwerk Geestelijke Gezondheidszorg voor volwassenen in de regio van de beroepsuitoefening en het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging van het RIZIV.
Een wettelijk kader regelt het beroep, maar het is geen garantie op competentie of erkenning.
Wat betreft de snellere behandeling van psychisch lijden (vroegdetectie…)
Het project lijkt mij momenteel nog te jong om het effect van dit aanbod op vroegdetectie te kunnen evalueren. Afspraak binnen 1 jaar?
De interactie met de voorschrijver (indien er meer coördinatie is met de huisarts)
De huisartsen die beroep doen op dit nieuwe begeleidingsaanbod, waren al gesensibiliseerd betreffende manieren van sector-overschrijdende samenwerking, dit versterkt dus enkel reeds bestaande banden.
Barbara Pauchet