Het word van de President
Beste lezer(es),
Je leest het eerste nummer van “Schieve Niouz”, het nieuwste periodiek blad over geestelijke gezondheid samengesteld door en voor jullie met de steun van het overlegplatform geestelijke gezondheid Brussel.
Schieve niouz is informatief, interactief en humoristisch.
Teneinde voor iedereen toegankelijk te zijn wordt het in een gedrukte en digitale versie uitgegeven.
Je vindt meer over Schieve niouz in dit nummer.
Veel leesgenot en aarzel niet om je commentaar, bedenkingen, suggesties over te maken!!!
Dr S Van Muylem
Editoriaal
“Geestelijke gezondheidszorg heeft helemaal niets met geesten te maken!”
Wie bijna een decennium in de wereld van de geestelijke gezondheidszorg in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vertoefd heeft, is ongetwijfeld ingewijd in de mysterieuze wereld van vakterminologie, vaak esoterische letterwoorden die op instellingen en verenigingen slaan, de magische namen van sommige geneesmiddelen en de niet te ontcijferen boeken, pamfletten of tijdschriften over het onderwerp.
Wie ooit een van die vergaderingen, informatiesessies of therapieën meemaakte, zal weten dat ze elk op hun manier veel weg hebben van sessies bij handopleggers of mediums. En dan de medicijnen! Voor wie ze niet heeft bestudeerd vanuit het oogpunt van een waarzegger, lijken ze een soort magische filter die al dan niet werkt... Zonder het dan nog te hebben over de recente hervormingen die menigeen tot wanhoop drijven wanneer blijkt dat een ouderwetse toverstaf niet voorhanden is.
Indien deze quasi-occulte wereld (voorlopig) niet de uwe is, zal u gauw een pendel nodig hebben om eraan te ontkomen. Bevindt u zich binnen de magische cirkel en kampt u met een geestelijk gezondheidsprobleem, of staat u aan de buitenkant van de cirkel waar u zorgvragers tracht te helpen of op te vangen? Het Brusselse universum van psychologie of psychiatrie in de ruime zin van het woord kan voor u een doolhof lijken.
Jawel, ik kan u verzekeren dat de wereld van de geestelijke gezondheid vaak aan tovenarij doet denken.
De organisatie die dit blad publiceert stelt zich op haar website als volgt voor: “Het Overlegplatform Geestelijke Gezondheidszorg Gebied Brussel-Hoofdstad is een overlegorgaan dat opgericht werd op gezamenlijk initiatief van de Brusselse unicommunautaire Franstalige, unicommunautaire Nederlandstalige en bicommunautaire psychiatrische instellingen en diensten. De belangrijkste doelstelling van het Overlegplatform is de ontwikkeling en de organisatie van het overleg tussen de psychiatrische instellingen en diensten die binnen deze regio hun activiteiten uitoefenen en dit in het belang van de inwoners van het Gebied Brussel-Hoofdstad. Het platform brengt zo de zorgverleners van de zes voorzieningen (PZ, PAAZ, PVT, IBW, CGG en sinds 2002 de RIZIV-conventies voor psycho-sociale rehabilitatie) binnen de geestelijke gezondheidszorg samen. De vertegenwoordigers van de GDT, de mutualiteiten en de familie- en patiëntenorganisaties zijn - op initiatief van het Overlegplatform- betrokken bij het overleg in het kader van de werkgroepen.”
Eerlijk? Voor de meeste stervelingen is een dergelijke tekst deels Chinees, maar vooral vreselijk saai. Niemand is geneigd om verder te lezen, tenzij je ervoor betaald wordt natuurlijk. Toch staat het PFCSM-OPGG voor een reeks bijzonder boeiende projecten, waaronder dit. En ik haast me om hier nog te vermelden dat hun website momenteel een make-over ondergaat om de leesbaarheid van zorglandschap geestelijke gezondheid te verbeteren.
Dit tijdschrift doet een poging om – in de mate van het mogelijke – het universum waarvan hierboven sprake, te schetsen met een vleugje humor, een overzicht te brengen van het nieuws, de initiatieven, organisaties, de actoren, maar ook artikels en columns die betrekking hebben op de Geestelijke Gezondheid.
Dat alles in een eenvoudige, heldere taal waarbij onbegrijpelijk jargon zo veel mogelijk wordt vermeden en de terminologie wordt toegelicht, zonder in een overdreven "politieke correctheid" te vervallen. Kortom, we mikken op de zorgverleners, de patiënten en hun familie die in aanraking komen met de geestelijke gezondheidszorg, maar ook – en waarom niet – de doorsnee burgers die totaal geen idee hebben van wat zich afspeelt in deze haast parallelle wereld. Als we ons willen richten tot al die groepen, moeten we hen ook het woord geven...
Daarnaast willen we de kwetsbaarheid psychische uit het verdomhoekje halen, zowaar een niet te onderschatten ambitie.
Wat kunt u verwachten van dit nieuwe driemaandelijkse blad?
Elk nummer stelt een thema centraal. In dit nummer is dat de "Week van de geestelijke gezondheid 2019". Warm aanbevolen is onze rubriek "lezersbrieven" waarin wij u graag aan het woord laten. Daarnaast trakteren wij u op bijdragen rond humor, poëzie, spelletjes en een leesrubriek die geen verdere uitleg nodig hebben, uiteraard aangevuld met actuele thema’s en nuttige telefoonnummers (en andere). We willen elk nummer een specifieke structuur meegeven en markante figuren voorstellen uit die wereld die ons interesseert.
Brussel is een overwegend Franstalige enclave in het Vlaamse landsdeel. Aangezien geestelijke gezondheid geen taalgrenzen kent, werd geopteerd voor een tweetalige versie. De naam van het blad Schieve Niouz komt uit het Brusselse dialect en weerspiegelt de symboliek van deze publicatie, specifiek voor onze hoofdstad. In brede zin van de term betekent de naam "het gekke nieuws"; een elegantere interpretatie lijkt ons "het nieuws uit de geestelijke gezondheidszorg".
"Schieve" verwijst in het algemeen naar "verwrongen", zoals in "schieve smikkel" of "scheef" zoals in "schieve lavabo". Dit woord kan ook worden geïnterpreteerd als "gek of gestoord", zoals in de bijnaam die men architect Poelaert gaf voor zijn "presse-papier" ofte het Justitiepaleis: "schieve architect". Woorden zoals "maf, gek of geschift" vonden we te kras voor deze context.
En het woord "niouz" dan? Het correcte Engelse woord "news" leek ons niet ... "schiev" genoeg. In een moment van "zwakte" (zinsverbijstering) hebben we er "niouz" van gemaakt.
In tijden waarin het digitale de plak zwaait, hebben wij gekozen voor een papieren format. Daar is een heel goede reden voor: heel wat mensen die wij via dit blad willen bereiken, hebben om diverse redenen geen regelmatige toegang tot een computer. Toch zweren we de digitale versnelling zeker niet af. Op de website "www.schieveniouz.brussels" is een onlineversie van het blad (in pdf-formaat) beschikbaar. Aangezien een papieren uitgave een dure aangelegenheid is, kunnen we slechts een beperkte oplage laten drukken. Mogen wij u dan ook vragen om dit eigenste exemplaar te delen met anderen, het achter te laten op de plek waar u het gevonden hebt? Hartelijk bedankt!
De meeste redactiemedewerkers van dit blad zijn vrijwilligers. Extra krachten zijn meer dan welkom. We zoeken onder meer Nederlandstalige redacteurs en vertalers die teksten in de andere landstaal kunnen omzetten.
Dus, dames en heren, klim in uw pen!
René Bartholemy voor de redactieraad
Voorstelling van een structuur: Het OPGG
Het Overlegplatform Geestelijke Gezondheidszorg Gebied Brussel-Hoofdstad: een streepje geschiedenis …
Herindeling van het politieke landschap eind jaren 80 en begrotingscrisis van de sociale zekerheid.
De jaren 80 zijn getekend door opeenvolgende begrotingscrises. De staat grijpt die kans om zich vragen te stellen bij een beleid dat toelaat om gelijktijdig de ontwikkeling van de residentiële en ambulante geestelijke gezondheidssectoren te financieren. De eerste gevolgen van deze crisis van de geestelijke gezondheidssector laten zich voelen in de opschorting van de programmering van de ziekenhuizen.
Eind jaren 80 geeft Philippe Busquin, de toenmalige minister van Sociale Zaken, de opdracht voor een wetenschappelijk onderzoek dat erop gericht is de programmering van de ziekenhuisvoorzieningen in de psychiatrie te evalueren, en de noden op het vlak van geestelijke gezondheid in kaart moet brengen. De auteurs van het onderzoek beklemtoonden de nood aan sociale re-integratie van gestabiliseerde chronische patiënten in hun eigen leefomgeving. Uit de resultaten bleek dat de omkadering van de psychiatrische diensten voor de behandeling (dag en nacht) van volwassen patiënten met het oog op sociale re-integratie, ruim onvoldoende was. Het gebrek aan samenwerking tussen de verschillende institutionele voorzieningen binnen de geestelijke gezondheidszorg wordt aangeduid als een van de obstakels voor een coherent en economisch haalbaar beleid.
Nieuwe benadering van de geestelijke gezondheid
Het is precies in die periode dat een nieuwe opvatting van geestelijke gezondheid ingang vindt. De nieuwe reorganisatieplannen overstijgen de economische logica: ze zijn gericht op meer kwaliteit in de behandelingen door scheidingslijnen weg te werken en alternatieve diensten op te zetten voor ziekenhuisopnames.
De eerste fase van de hervorming van de sector wordt vastgelegd in koninklijke en ministeriële besluiten die er in juli 1990 komen op initiatief van minister Busquin. Deze leiden tot de oprichting van psychiatrische verzorgingstehuizen (PVT) en initiatieven voor beschut wonen (IBW). Deze twee nieuwe structuren zijn gericht op de invulling van zorgbehoeften bij patiënten met gestabiliseerde chronische problemen. Ze kaderen in de ambitie om het onderscheid tussen de zorgfuncties en de therapeutische functies beter te definiëren. De overlegplatforms voor geestelijke gezondheid die eveneens in 1990 werden opgericht, moeten op hun beurt de complementariteit tussen de zorgstructuren van een bepaald gebied bevorderen, met inbegrip van de residentiële en ambulante diensten. Daarnaast moeten ze fungeren als bemiddelaar tussen de medewerkers op het terrein en de beleidsmakers. In die hoedanigheid kunnen ze worden betrokken bij de toekomstige pilootprojecten.
Eind 1991 krijgt de Franstalige liga voor geestelijke gezondheid in Brussel de vraag van de federale regering om het OPGG op te richten.
Daarop gaat Michel De Clercq, de toenmalige voorzitter, bij alle mogelijke belanghebbenden aankloppen.
De eerste vergaderingen vonden plaats bij de Liga. Betty Lavalle van de Kliniek Sans Souci, Claude Petit voor het ziekenhuis Titeca en Isidor Pelc, aangeduid door het OCMW van Brussel om het Brugmann-ziekenhuis te vertegenwoordigen, waren de eersten die op de uitnodiging ingingen. Michel De Clercq coördineerde het project.
Het OCMW van Brussel stelde prompt twee juristen ter beschikking voor de opmaak van de teksten (statuten).
Er was op een bepaald moment sprake van de oprichting van twee platforms: een Franstalig en een Nederlandstalig.
Dat plan werd al snel opgegeven, omdat de oprichting van een platform voor een gemeenschap die slechts 14% van de Brusselse bevolking vertegenwoordigt, weinig opportuun leek.
Enkele maanden vergaderen leverde een tekst op die naar alle geïnventariseerde structuren werd gestuurd die aan de toetredingsvoorwaarden zouden kunnen voldoen (psychiatrische ziekenhuizen, de psychiatrische dienst van algemene ziekenhuizen, IBW, Centra voor geestelijke gezondheid, PVT).
Plaats van afspraak was het Huis van de internationale verenigingen (MAI) in Elsene. Een vijftigtal structuren gaven gehoor aan de oproep. Diezelfde dag nog werden de eerste statuten ondertekend.
De oprichting van het OPGG was een feit. De kantoren zijn gelegen aan de Marsveldstraat in Brussel; op de benedenverdieping is een verzekeringskantoor gevestigd, en boven bevinden zich de kantoren van de GGC.
In 2003 voorzag een koninklijk besluit in de oprichting van een externe bemiddelingsdienst binnen de platforms. Dat heeft ervoor gezorgd dat ook de RIZIV-conventies lid kunnen worden van de platforms.
Het koninklijk besluit van 2 juli 2013 tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 juli 1990 heeft een bijkomende opdracht toegewezen aan het platform. Artikel 8ter bepaalt dat: “Binnen het overleg van ieder samenwerkingsverband komen onder andere de middelengerelateerde stoornissen en verslavingsproblemen aan bod. Hiertoe faciliteert het samenwerkingsverband en het overleg tussen de voorzieningen binnen de geestelijke gezondheidszorg en de relevante zorgvoorzieningen voor personen met een middelengerelateerde stoornis en/of verslavingsproblematiek.”
Hassane Moussa
Week van de geestelijke gezondheid: Twee conferenties van Le Funambule, in Jette en in Bergen
9 tem 11 oktober 2019
De vzw Le Funambule, die ondersteuning biedt aan personen met een bipolaire stoornis en hun naasten, heeft in het kader van de week van de geestelijke gezondheid twee debatten georganiseerd. Het was van groot belang voor de vereniging om hieraan deel te nemen, aangezien het hele team zich dagelijks inzet om lotgenoten en hun familie of vrienden te ondersteunen.
In Jette vond de conferentie plaats op woensdag 9 oktober in kliniek Sans Souci. Een dertigtal personen was aanwezig. Jean-Marc Priels, klinisch psycholoog en begeleider van een praatgroep in deze Brusselse gemeente, zette de geschiedenis van Le Funambule uiteen, van de eerste stappen tot de dag van vandaag. Hij benadrukte het belang en de rol van praatgroepen en vermeldde nogmaals enthousiast dat de Franse actrice Ludivine Sagnier meter is geworden van de vereniging.
Jean-Marc schetste de context waarin de actrice deze beslissing nam. Om in de film La Ruche van Christophe Hermans de rol van een moeder met een bipolaire stoornis te vertolken, wilde ze graag de betrokken mensen ontmoeten, met hen praten en naar hen luisteren.
Zo maakte ze kennis met de deelnemers aan de praatgroepen en raakte ze onder de indruk van de getuigenissen over hun ervaringen.
Na de inleiding van Jean-Marc, lichtte Franca Rossi, auteur van het boek Une vie avec ça – Bipolaire, l’air de rien haar schrijfproces toe, haar drijfveren en het traject dat ze aflegde als persoon met een bipolaire stoornis. Ze bracht haar verhaal zonder angst voor oordelen, en hoopte stigmatisering tegen te gaan door vrijuit over de aandoening te spreken, ook over alle hoogtes en laagtes. De ziekte wordt immers gekenmerkt door sterke hoogtes en laagtes, en verschilt daarin van gewone stemmingswisselingen.
Na de bijeenkomst bood kliniek Sans Souci een drankje en appeltaart aan, tot groot genoegen van de medewerkers. Le Funambule bedankte daarnaast de instelling voor het warme onthaal.
De bijeenkomst in Bergen vond plaats op 11 oktober bij UMons. Ook daar was het team van Le Funambule goed vertegenwoordigd. Voor een tiental personen leidde Cécile Perrad de conferentie in, en presenteerde ze de avond met brio, waarbij ze de sprekers het woord verleende. Stéphane Waha stelde het concept van wederzijdse ondersteuning en de praatgroepen van Le Funambule voor, waarna hij zich aan het journalistieke werk waagde: hij voerde een interview met David, gespreksleider bij een van deze groepen te Bergen, en met deelneemster Franca. Zij is de schrijfster van het eerdergenoemde boek en bracht haar getuigenis, met de steun en het luisterend oor van haar vrienden uit de groep, waaronder ook Frédéric Defalque, vaste gespreksleider van de praatgroep in Sint-Gillis (Brussel).
Er werd steun verleend en deelnemers stelden vragen, met name over de medische behandeling en de rol van de psychiater in de zorgrelatie. Het was voor iedereen duidelijk dat een sfeer van vertrouwen tussen de patiënt en de zorgverlener een essentiële voorwaarde is op weg naar herstel.
Twee zorgverleners op het gebied van geestelijke gezondheid kwamen uit Libramont (!) en toonden zich niet alleen zeer inlevend, maar drukten ook hun tevredenheid uit omdat ze hadden kunnen bijdragen aan deze uitwisseling.
Het team van Le Funambule heeft zich volop ingezet tijdens deze week van de geestelijke gezondheid, en de deelname van Le Funambule vormde nog een extra schakel in een keten van projecten die mensen met een bipolaire stoornis in verbinding brengt met hun lotgenoten, hun naasten en de samenleving.
Franca Rossi